De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 21 september pagina 4

21 september 1940 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

LEVENDE VOLKSKUNST HET is niet zoo, dat aan volkskunst in het algemeen bij ons geen aandacht is besteed: integendeel: het aantal particuliere ver zamelingen, oudheidkamers en musea is legio. Verschillende personen hebben wat er is aan volkskunst en volkseigen, laten we zeggen: gead ministreerd, hetzij met wetenschappelijke, hetzij met artistieke doeleinden. Wij zijn deze werkers grooten dank verschuldigd, omdat zij voor ons bewaard hebben de resten van een rijk cultuurleven, resten, die overbleven, nadat een eigenwijze negen tiende eeuw in 't groot had vernield, wat eeuwen te voren stukje bij beetje was ontstaan en als traditie bewaard was gebleven. Er is dus voor volkskunst wel aandacht, maar om deze kunst weer te beschouwen als een levend organisme, om ze te herscheppen naar de behoeften en inzichten van dezen tijd, daarvoor beginnen ons nog maar de oogen open te gaan. Misschien moest wel eerst een stroom van nieuwe zakelijkheidsideeën over alle kitsch en humbug van de vorige eeuw gaan, voordat wij, door een verdiept inzicht in zuivere vormgeving en levenseischen, hernieuwde aandacht konden schenken aan wat zoo zuiver en spontaan in vroeger tijd ont stond, en de gelijke waarden in het vroegere en in het moderne, dus de fundamenteele waarden, konden ontdekken. Om een voorbeeld te noemen: Architect Jans uit Almelo is kenner en teekenaar van een duizendtal verdwenen of verdwijnende boerderijen in Twente en den Achterhoek. Hoort men hem nu het wezen uiteenzetten van een oude boerderij, dan verneemt men vaak dezelfde klanken, als wanneer een mod;rn architect als Merkelbach de grondideeën van de nieuwe zakelijkheid demonstreert. Oude, logische boerenhuizen en de moderne wolkenkrabber zijn geen tegenstellingen, maar berusten op hetzelfde principe. De nieuwe bouwstijl heeft dan ook in Zwitserland reeds eenige gelukkige resultaten doen zien van aanpassing aan land en traditie. Nu zal men direct vragen, of men het bouwen wel schikken kan onder volkskunst. Men kan dit begrip natuurlijk ruim nemen of beperkt; zoo ruim mogelijk omvat het toch wel alles wat betreft huis en hof, het leven van alle-dag, feesten en speciale gewoonten: er hooren dus bij het huis en het krui dentuintje, de volksgerechten, het volkslied, oude feesten en familietradities, m.a.w. alles, wat een mensch binding geeft aan zijn land en zijn cultuur. Hieruit volgt direct, dat deze kwestie, naast een cultureele en een artistieke, een zeer belangrijke paedagogische zijde heeft, een zijde, die nu, door de tijdsomstandigheden, scherper naar voren treedt dan eerst. Wat het lied betreft, daarover is in dit blad reeds een belangrijk artikel verschenen. Het werk van Dr. Jop Pollmann en anderen heeft thans den wind mee. Wat allerlei anders aangaat in het kinderleven, misschien mag ik er op wijzen, hoe ik in de Groene en andere tijdschriften herhaaldelijk er op gewezen heb, dat wij met kinderboeken, feesten enz. op den verkeerden weg waren. De paedagogische ideeën van de ige eeuw, laten we het maar eerlijk zeggen, hebben evenveel be dorven als de artistieke: zij hebben het kind gezien als een aparte eenheid, en het afgescheiden van de gemeenschap, waarin het zich dan later vreemdeling voelt. Het kinderboek b.v. moest zóó op het kind zijn ingesteld, zóó paedagogisch zijn, dat de diepere taak van een boek voor kinderen, nl. hun binding te geven aan de cultuur, waarin zij leven, en den grond te leggen voor literairen smaak, over het hoofd werd gezien. Dit alles deed het oude volksboek wel, en het kinderboek kan dit zeer zeker doen, neem b.v. dit moderne Chineesche boekje. In China bestond sinds oeroude tijden voor de jeugd het boek van de zijde, dat van de rijst en dat van de thee. Prachtig waren ze op zijde gedrukt, gebonden tusschen twee plankjes. Toen de nieuwe regeering optrad, werd dit oude kostbare boek gemoderniseerd en voor iedereen beschikbaar gesteld bijgaand boekje kost i1 2 cent. En wat is de bekende serie Fransche prenten boeken : Livres du Père Castor, anders dan levende Volkskunst ? Een ander voorbeeld. De paedagogische opvattin gen van de Eeuw van het kind kantten zich scherp tegen de illusie, de fantasie, veroordeelden niet alleen het sprookje, maar ook b.v. het St. Nicolaasfeest, terwijl het Kerstfeest zeer werd gepropageerd. Nu is het St. Nioclaasfeest een kinderfeest, dat, zooals blijkt uit een verordening van omstreeks 1200 in Dordrecht, sinds eeuwen in Nederland werd gevierd. Met z'n grappen en voor den gek-houderij is het een goed en bij onzen volksaard passend feest, het heeft meer Germaansche dan Christelijke elementen in zich en herinnert aan een ver verleden. Maar het Kerstfeest, in den vorm, waarin men het thans viert, is niet gegroeid, maar is een uitvinding van het begin der ige eeuw. Goethe vermeldt in een van zijn boeken voor het eerst het gebruik van een groenen boom in de huizen. Die groene boom is langzamerhand niet alleen de drager ge worden van alle mogelijke leelijke tierlantijnen, maar ook van veel valsche sentimentaliteit: hij heeft de aandacht afgeleid van de geboorte van Christus en heeft de innigheid van het Kerstfeest geschaad, doordat men er het Nederlandsche St. Nicolaas feest aan heeft toegevoegd, in den vorm van een kerstman, van geschenken en grappen enz. Naast het paedagogische, heeft de kwestie der levende volkskunst een economisch aspect; dit betreft dus weer iets heel anders. Verschillende oude handwerken zijn aan het kwijnen, misschien geheel weg. Dit oude handwerk te doen herleven en daardoor den werkers een eerlijk stuk brood te garandeeren, is in andere landen reeds lang aargepakt. In Zwitserland is b.v. de Vereeniging voor Heimatkunst, die de oude, huisindustrie van het weven van foeileelijke kleedjes uit afval van wol in moderne banen leidde, de vrouwen decoratieve patronen leerde, en kleedjes deed weven, die grif gekocht werden. Deze vereeniging houdt zich ook bezig met de paedagogische zijde, geeft oude patronen Rechts boven: Snijder \an wandel stokken in Markelo. Links onder: Oud Chineesch Volksboek. Het boek van de rijst o/s modern prenten boek. in moderne toepassing voor het handwerkonderwijs, laat op de scholen handenarbeid maken naar oude volkskunstige voorbeelden, en stelt de leerlingen in de gelegenheid op school harmonicales te nemen, waar de oude Zwitsersche wijsjes gespeeld wor den. De Berlijnsche museumdirecteur Seiffert ging het platteland rond, op zoek naar het oude hand werk, kocht de producten voor een goeden prijs, en stichtte een verkoopcentrale er van in Berlijn. Hebben wij dan in dit opzicht nog levende volks kunst ? Ik meen van wel: in Lichtenvoorde b.v. vond ik bij den verzamelaar Weenink een prachtigen vorm van een oude rietmand, die nog maar door weinigen gemaakt wordt. Het zou loonend zijn, dit artistieke handwerk weer in eere te her stellen. Hierbij gaat de foto van een ouden man in Markelo, die nog heel typische wandelstokken maakt; een koekeplanksnijder woont noginWesterdorp; in Huizen, Volendam en aan den Zeedijk in Amsterdam worden nog truien gebreid van een zeer apart patroon, die bijzonder geëigend zijn voor ons klimaat; op Terschelling heeft het Knopfonds zich ten doel gesteld, de oude kunst van het touwvlechten te bewaren. En zoo is er veel meer. Dit alles schreeuwt om behoud om leiding. We hebben een vereeniging tot behoud van Natuur monumenten, een vereeniging Hendrik de Keyser, er is de Weg in 't Landschap", hetGeldersch Land schap", Monumentenzorg" Amstelodamum". Maar er is nog geen landelijke vereeniging, die zich het lot aantrekt der Levende Volkskunst, die haar waarden keurt op wetenschappelijken en artistieken grondslag, die nagaat, wat er nog van geldig is voor onzen tijd, of die, los van traditie, voor de volkskunst nieuwe vormen schept. Er zijn losse werkers; we noemden Jop Pollmann voor het lied, Werumeus Buning bezingt onze oude keukenkruiden, Mevrouw Stam-Dresselhuys ijvert voor een kruidentuintje, Mejuffrouw Hil Bottema tracht een verfrissching te brengen in den handen arbeid, en haar cursussen worden met enthousiasme gevolgd. En misschien mag ik wijzen op een serie kinderboeken onder mijn redactie, die op het punt van verschijnen staat: Volkskunst en Kinderkunst. Een commissie voor levende Volkskunst is in voorbereiding; de mogelijkheid van een tento in stelling wordt onder de oogen gezien. Wie stelt belang in dit Nederlandsche belang? Dat hij zich melde. J. RIEMENS-REURSLAG PAG. 4 DE GROENE No. 33UO

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl