De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 21 september pagina 7

21 september 1940 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

i- , L' K Jan Musch door J. H. Speenhoff HEBT gij wel eens aan een tafel gezeten waar op een vaas gevuld met roode gladiolen stond en waar ge bijna zedeloos dichtbij zat; op zoen-wijdte? Hebt ge wel eens beschamendvertrouwelijk in die huiselijke kelkjes getuurd en u bedremmeld gevoeld? Neen? Doe het dan eens en als ge daarna van nabij het aangezicht van Musch beschouwt gevoelt ge u even verlegen en even strafwaardig. Het masker van Musch is een oorlogsveld. Ik treed nu met hem op in de zeer bijzondere revue: Het hart van Rotterdam" en ik moet dat hart" voorstellen. Dagelijks ga ik met hem om en hij bevalt me hoe langer zoo meer. Eerst dacht ik: hij is levensverzamelaar geworden maar nu bemerk ik tot mijn groote vreugde dat hij een levens-vakman is. ... een dagen-teller. Hij eet aan het ontbijt vijf of zes oudbakken bammetjes met-iets-er-op en 's avonds, na de voor stelling, nóg zoo een rantsoentje en hij smult. Het is aan hem besteed. Telkens als ik in zijne voorhoofdrimpels tuur denk ik: wat doet hij als hij alleen is? onbespied? Zou hij dan ook telkens zijn zilveren vulpotlood uit zijn bovenvestzak wippen en er mede gaan betoogen ? Zoodra hij zit-te-zitten neemt hij het eenigszins ritselende huisje in de rechterhand en maakt er zijn tooverstafje van. Met zijn welluidende kerkestem begint hij te spreken, te bevestigen en, het is of hij het Heelal even voor me verklaart. Zoo doet hij in het nieuwe Reese-Koffie-huis dat door ons bombardement niet verwoest is. Daar zitten we nu eiken zonnemiddag en turen naar de eindelooze ruïnen van mijn lieve Rotterdam. We raken er wel gewend aan maar de werkelijkheid is zoo bar hard. In de kleedkamer is Jan Musch een andere Musch. In de revue treden meen ik: honderd tooneelluidjes op. Allen zijn ze ijverig en op-taak in het belang van verarmde Rotterdamsche tooneelkunstenaars, maar Musch is met mij zeker wel een der stiptsten. Hij is eigenlijk geen revue-snuiter. Hij stapte van: Adam in Ballingschap" en de vondeliersche doch doortimmerde boemerangtaal in: Het Hart van Rotterdam" en in dat van vijf dagblad-penners en tevelings in dat van het publiek. Hij zet neusjes en pruikjes, verkleedt zich vele malen, zingt geestdriftig mede en kankert niet. Musch heeft een mooie bariton-stem die hem eenmaal bijna noodlottig werd toen ik hem in 1910 met Pietje de Vries in mijn Klein-Tooneel had gepoot. Dat tooneel was toen pas door mij benaamd en bedacht. Hij zou een tooneelspelletje van Courteline geven, een voordracht houden en eenige liedjes, vertaald door den architect Frans Cleton nu in Indiëonder de klappers, zingen. Pietje zou hem begeleiden. Hij speelde, hij droeg voor en zong en het publiek begon te murmureeren en zelfs te. ... fluitjes- doen. Het was mijn boeren-kaffers-schuld. .. . want een b-k ben ik, bij al mijne Dietsche deugden, óók nog. Ik trad vlak voor Jan op met mijne sterke liedjes. Ik had na hem moeten komen. Nap de la Mar, die in de zaal zat, kwam tenminste naar het tooneel gehuppeld en wees me op mijn b-k-fout. Musch was, zonder grappig te willen zijn met een familienaam, in zijn wieken geschoten; want hij is net zoo hoog-ijdel als u en ik. Wel niet zóó als wijlen Querido, die het kinderlijk was, maar zoo als bijv: de Bergerac van Rostand. Spoedig was hij deze tegenslag vergeten en al had hij toen nog geen millioen rimpels in zijn aanschijn. ... hij rimpelde er met zijn voorhoofd tóch vruchtbaar op los en ik meen dat hij bij die gelegenheid op Pietje de Vries een luk-rake kus heeft toegebracht, aan gedaan en gekleefd. Vergeef me deze aanminnige vertrouwelijkheid nobele en princelijke Sophia. Ik vereer u en heb u lief. .. . per periscope, om voor zichtig te zijn. Ik kus uw pols. Musch was in het begin van zijne schepping niet .rijk. Hij dierf of derfde soms wel eens een paar bonlooze schoenen. Dikwerf had hij stevels aan waarin zijne manlijke teenen open-lucht-voorstellingen gaven en die hij: spuit- of fontein-schoenen" noemde als hij door de regenbuien had gebaggerd. Dan spoten ze als pietsjes van walvischjes. Nu draagt hij wethouders-schoenen en is hij rondeman en vierkant gekleed in grijs en zwart. Mijne eenvoudige vrouw kent Musch al veel langer dan ik. Toen gene noch met hare familie, al zingende in de Fransche taal, de Nederlandsche kermissen bereisde heeft deze dikwijls de schelp moeten bewaren waarin mijne huidige wederhelfte toen bij het vroolijke publiek de goede gaven op haalde. Enkele malen was Jan zelfs te gast bij deze Belgische familie; mét de spuitschoenen aan. Soms zong hij dan in eer en deugd enkele liedjes mede en zeker ware hij een gedegen zanger ge worden hadde hij niet veel meer voor de tooneelspeelkunst gevoeld en met reden. Als er onder u zijn die hem eens ten maaltijd willen nooden en hij heeft gesmuld van wat zalm en kip en hij is dan in zijn knollengaarde dan moet ge hem eens lief verzoeken aan het klavier te gaan zitten en eenige Fransche liedjes ten gehoore te brengen. Het is de maaltijd waard. Zoo stil en gelukkig als hij nu leeft in zijn heidehuis te Laren N. H. met zijne liefste echtgenoote, zoo rumoerig was zijn leven in vroegere jaren en in zijn prille jeugd met Buziau en de la Mar. Hij was een echte snaak die ook wel eens een taaie sipte. Zoo mocht hij te Rotterdam op de Hoogstraat gaarne in: De gebakken slof" logeeren. Het was daar een paradijs voor de nachtfuivers en nacht zusters. Daar hing in het eetzaaltje een karton waarop stond: orde moet er zijn ! Na 's middags zes uur geen ontbijt meer!" De hotelhoudster was een Maleische die met hare violenoogen zóó bijziende was dat ze soms niet wist of gevoelde dat ze een gast in stede van haren echtgenoot kuste: in teederste kuischheid? Ik meen dat deze njonja manis nog op deze aarde tippelt. Ik beminde haar óók; even als alle andere vrouwen in de wereld. En even als opgenoemde Sophia. Ook Musch was in die verre dagen gaarne zacht beroerd door de gezuchte zoetheden des vrouws, want dan zijn de vrouwen soms verdrimmeld gentlemanlike. .. . om dat onuitstaanbare woord nu eens te bezigen. Musch is tien maal meer dan een gentleman. Hij is een: heer" en zijn liefste gave is zijne wijze van loopen. Gaarne mag ik hem van achter bekij ken, zien wandelen; want Musch wandelt eigenlijk. Ik moet steeds aan die in het geel en paars gekleede Mohammedaansche priesters denken, die we te Co lombo tuSg^en de kraaien zien promeneeren". Zoo waar^j zoo jong, zoo manlijk. Nog een verrassing. Hebt gij lieden hem wel eens piston hooren blazen of een roffel zien slaan op de trom? Ik wensch het u van harte toe. En nu zijn tooneelkunst. Vele rollen herinner ik me van hem en vooral die in: De Suikerfreule" als hij zoo geestig spot met vreemde invloeden in onze Oost. Hij leeraarde: The table is havy" enz. Hoe voortreffelijk is hij in de Vondelingsche meesterwerken en in de klassieken. Hoe ruischt dan zijn stem edel-galmend ten Hemel en ook nu weer in zijn proloog in deze R-damsche revue die in der middels uitnemend loopt" en een wonder baarlijk succes heeft dank zij vooral ons beider medewerking. Musch speelt en ik zing van: Doressie" en andere geniale gewrochten. Als we niet verduisterden waren we eiken avond uitver kocht" Musch vult, als hij op komt, dadelijk zijn plan en tooneel. Hij is stipt in alles, kent zijn rol als zijn naam, zeurt niet maar doet en is in alle rollen vol maakt. Nu dwalen we samen langs de puinhoopen van mijn arme geboortestad. Telkens komen de puinruimers uit de putten en roepen me toe:, Ha die oome Koos !" en dan gaan de harmonica-rimpels van Musch morse-seinen geven. Van belachelijke stakingen is geen sprake meer al zie ik hier en daar nog wel eens m»t de vuist groeten. Weldra scheiden onze paden weer en als ik Musch iets mag verzoeken en hij kon het nu toestaan dan zou ik hem wel eens de hoofdrol willen zien spelen in mijn nieuwe volksstuk: Simon Azijn." O ja Groenen. .. . Cor van der Lugt leest mijn andere stuk. Het is nu nog nacht terwijl ik schrijf. De afweerkannonen daveren en donderen. Dek je voor de scherven Jan ! de lima van Koos SPEENHOFF IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllllllllllllllllllllHlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllUllllllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll l Merkwaardige berichten Een der chauffeurs had enkele dagen rijtijden van ongeveer O} uren gemaakt." (H.) Adolfs is een autodienst, die van dezen en genen raad heeft gehad, vermoedelijk van Dake Xicolas en andere schilders." (R.) Paindeluxe-brood ,,Ze sprak eeuwig, zonder ophou den, waarbij ze zich haast geen pau/e gunde." (T.) ,,Op een houtvuurtje van gesprok kelde takken kunnen wij ons potje koken." (H.P.) CHARIVARIA gekomen, v. te voorzien dat velen in moeilijkheid zullen geraken. Welke die beslissingen zijn v. nog niet te zeggen; voorshands v. hier slechts melding te maken van de onderstelling - waarvan de gegrond heid niet v. na te gaan." (II.) De jonge beeldhouwster heeft het nobele métier geleerd van nu uijlen Toon Dupuis." (U.) Thans overleden. De wonderen der bouwkunst Vier eeuwen lang bouwden de Yenetianen van dat goud marnieren kerken en paleizen." (Tm>nf.tcnkaml~<} YVic- na lo uur in de open lucht wordt aangetroffen eu zijn aanwezig heid niet met zekerheid kan aantoonen \\ordt onherroepelijk medegenomen naar het dichtstbijzijnde bureau van politie." (T.) Dus flink schreeuwen en zoo mogelijk stompen en schoppen. Aaneenlijmsels In October volgde zijn eerste boordplaatsing." (Vad.) De maatregelen voor Dominion hulp." (]{.) Dit houdt verband met den streekaard." (H.) Jacht op Honaparte, een TalJevrand-roman." Onze galante journalisten Goed afgeloopen. Gisterenmiddag kwamen twee wielrijdsters, Mevr. T. en Mevr. YV. in botsing, waarbij eerst genoemde kwam te vallen en eenige verwondingen en vervellingen aan haar knie bekwam. Ken en ander is goed afgeloopen daar de fietsen niet waren beschadigd." (\bl.r.Caslricitni) Ah, kwam Niek de serre in. Nor, schudde Niek. 'k Geloof, dat ik lucht ben, driftigde Niek. Vloek niet, nijdigde Niek." (StantL) Geschikt slotcharivarium", voldaande Charivarius. Uit de hoogeschool der journalistiek Ken tweede kwade zijde kleeft nog vast aan dezen ongewenschten toestand." (R.) Klompen zijn verkieslijk omdat zij gedragen worden met dikke wollen sokken, die thuis worden uitgedaan, en voor de voet even goed is, als wanneer het dit kind op bloote voeten loopt." (Wiegekind en Kleuter) Waarvan ? De zandvlakte was van n ver latenheid." (V ad.) Het samenspel was soms van verheven innigheid." (II.) Waarom ? Dat komt, omdat in maanden de ramen niet open geweest zijn." (De (.'(tutten Itetiel) Onze leden kunnen in eigen kring waarnemen, waarom on/o pogingen falen." (\eerl n J ia) Correspondentie R. te A. In een opstel in Vrije geluiden" van 7 Sept. 1940, getiteld Vacantie" en onderteekend T. L., lees ik: Gauw zullen weer het uerk, de plicht en de zorgelijkheid aan de deur van mijn kamer, van mijn loven klo, Dai bedaarde, vermaanstem hoor een koud lokaal orn het jubelend De vallende ziekte Dit \. niet zonder overdrijving zichtbaar te maken. Aan te nemen v. dat hierbij ook de documenten zullen zijn." (K.) Het v. niet te ontkennen dat de nieuwe staat hierin verandering heeft gebracht. Als eerste teeken daarvan v. te beschouwen het verdwijnen van deze partij. Nu de catastrophe is Als het maar geestig is en esprit heeft." (T.) En spirit. In Bloememlaal zal een bank worden geplaatst du1 een blijvende herinnering wil zijn aan den kun stenaar." (T.) Geef het ding z'n zin. En in Speeldoos" van Ch. A. Cocheret (Rotterdam 1937) lees ik: Met werk, de plicht en de zorgelijk heid kloppen weer aan de deur des levens. Het is September en 't is me alsof ik weer de bedaarde vermaan stem van leeraren hoor door koude lokalen" (p. i (S). Hoe is ook weer dat Fransche spreekwoord ? Antw. Les beaux esprits se rencontrent. PAG. 7 DE GROENE NO.BOO

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl