De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 28 september pagina 14

28 september 1940 – pagina 14

Dit is een ingescande tekst.

UITHUmGHEDEN Stadsinventaris Banken WIJD en zijd verspreid in de stad staan de banken. De banken om op te zitten. Daar zitten de menschen die geen geld hebben voor een café. Daar zitten de menschen die zoo van de natuur houden. Daar zitten de menschen die elkaar liefhebben. De eerste soort zit wegens moeheid en versnapert als regel een peper muntje of een stukje chocolade. Als links van de bank een vuilnisbakje is, worden de stukjes papier rechts ge gooid. Van het snoepen worden ze niet moe, en de conversatie bestaat uit de woorden ,,hèhè", of sjonge, sjonge, wat een tippel". De tweede soort, de menschen die zoo van de natuur houden, zitten meestal met hun rug er naar toe. Kunnen zij het helpen dat de bank verkeerd om staat? En als de bank goed staat, steken ze een sigaret op en praten over politiek. De derde soort snijdt, indien de bank van hout is, er graag minstens twee letters in. Dan zitten ze stemmingen te krijgen op de bank en zijn vertoornd als er een vreemdeling óók op de bank plaats wil nemen. Twee handen houden elkaar vast en de oogen kijken naar de maan, ook als die er niet is. De avondwind ruischt door een boom, en op de bank droomen zij van de toe komst. Het gebeurt wel eens dat een jaar later geen sterveling meer weet wat die letters te beteekenen hadden. Elke dag, elk uur zitten er andere menschen op de banken en ook dan weer ruischt de wind door de boomen. Zoo hebben al die banken hun her inneringen. En 's nachts slapen er soms arme zwervers, ongezien, en zonder droomen of herinneringen. Tooneel Twaalf in de Jurybank (Beatrix theater) DE twaalf in de Jury-bank zijn de twaalf juryleden die bij elkaar komen om uitspraak te doen over de al of niet schuldigheid van den be klaagde. Beklaagde blijft achter de schermen, en wordt beschuldigd van moord op zijn vrouw, die tijdens een wandeling met hem van een rotspunt gevallen is. De twaalf menschen die de uitspraak zullen doen moeten bij elkaar blijven totdat ze het eens zijn geworden. Dien tijd worden ze van de buiten wereld afgesloten en vormen ze een wereldje op zichzelf. Ze zitten als het ware op een onbewoond eiland, en gedurende de zeven tafereelen leeren zij elkaar beter kennen, en wij hen. Hun karakters komen hoe langer hoe contrastvoller tegenover elkaar te staan en allerlei kleine conflicten blijven niet uit. Het is echter voor de spelers, in totaal negentien stuks, geen gemakkelijke opgaaf hun karakters stuk voor stuk uit te beelden. Eigenlijk begint het stuk na de pauze pas echt te leven, dan blijkt het dat er in het kleine wereldje niet alleen kleine conflicten zijn, maar ook een van groeiend formaat. Frank Campbell (Cruys Voorbergh), een getrouwd man, wordt verliefd op Evelyn Scott (Willy Haak), een der andere jury-leden. Aanvankelijk wil hij zich die liefde niet realiseeren. Als hij dan een pleidooi voor den beklaagde gaat houden, pleit hij in hartstochtelijke woorden feitelijk voor zichzelf. En dan motiveeren alle anderen op hun eigen wijze hun opinie. Eerst staken de stemmen, maar bij iedere volgende stemming wordt de beklaagde minder schuldig bevonden. En als de jury-leden het eens zijn geworden blijkt de uitspraak te laat gekomen te zijn. Willy Haak en Cruys Voorbergh De tooneelgroep Het Masker" heeft zich met dit stuk een moeilijke taak gesteld, niet alleen wegens het groote aantal rollen maar ook omdat het stuk weinig handeling heeft en meer uit een groote reeks gesprekken bestaat. On danks deze verzwarende omstandig heden was het oordeel van de jury die door het publiek bij de première ge vormd was, gunstig. Film T r enk de Pandoer (Rembrandt) TRENK is een geboren avonturier die ons gedurende de heele film van het eene avontuur in het andere meesleept. Deze hoofdrol is in handen van Hans Albers, en dat is hem wel toevertrouwd. Zijn avonturiersbloed drijft hem naar verre landen waar hij in vreemde legers gaat strijden zoodat hij het tot den rang van Russisch majoor brengt. Hij moet echter de vlucht nemen omdat hij een liefdes affaire met de geliefde van vorst Solojew had. Zijn vader (ook Hans Albers) wil niet meer hebben dat hij steeds in vreemde legers dient, maar dat hij ten strijde trekt voor zijn bedreigde keizerin Maria Theresia. De oude en de jonge Trenk stellen een Pandoerregiment samen, met aan het hoofd den jongen Trenk. Als dit regiment na zware verliezen geleden te hebben weer in Weenen terugkeert om nieuwe man schappen te werven ontstaat er een ruzie tusschen Trenk en zijn mannen en de keurige cavaleristen die nog geen kaas van den oorlog hebben gegeten. Trenk komt tot een duel en vervolgens tot een kennismaking met een beeldschoone en even mysterieuze gravin. En dan is er een jonge prinses Deinartstein (Sybille Schmitz) die wil vluchten omdat zij tot een huwelijk gedwongen wordt. Hij weet haar te doen ver dwijnen en als dit spaak geloopen is, ontvoert hij haar ten tweeden male. Ondertusschen ontdekt hij dat de geheimzinnige gravin niet zonder reden zoo mysterieus is. Wegens de ontvoe ring van de prinses wordt hij vervolgd en komt terecht in de armen van de gevaarlijke gravin en via die armen in het hoofdkwartier van de Fransche legerleiding. Maar daarmee zijn de avonturen van Trenk de Pandoer" nog lang niet afgeloopen. Hij wil terug, daarbij moet hij de grootste gevaren trotseeren want hij bevindt zich tusschen twee vuren. Hoe groot die gevaren en de verdere avonturen zijn vertelt de film. De Dorpsrechter (City) EMIL Jannings speelt de rol van den dorpsrechter in een dorpje in de buurt van Utrecht. Op een och tend wordt hij op een onpleizierige manier wakker. Hij heeft wonden aan zijn hoofd en aan zijn beenen. Lang zamerhand dringt het tot hem door dat hij dien nacht iets uitgespookt heeft dat niet door den beugel kan. De dorpsrechter Adam, zijn naam is toepasselijk, is overdag weliswaar de dienaar van recht en rechtvaardigheid, maar 's nachts is hij een oude zondaar. In zijn dorp woont een schrijver, Licht genaamd, die niets liever doen zou dan een en ander aan het licht te brengen omdat hij graag zelf dorpsrechter zou willen zijn. Licht komt hem uiterst vergenoegd vertellen dat de raadsheer Walter uit Utrecht hem zal komen Emil Jannings bezoeken. Adam's geschonden gezicht betrekt, en haast je rep je tracht hij zijn ietwat verwaarloosde archief in orde te brengen. Dien nacht is er iets gebeurd zooals gezegd, en als gevolg daarvan komt Marthe Ruil de rechtszaal binnen met een gebroken kruik, die dien nacht niet zonder reden in de kamer van haar dochter stukgevallen is. De dorpsrechter spreekt recht, hij draait tusschen alles door en voelt zich DANSEN DONDER muziek zijn de menschen niet compleet; de muziek vervangt de *-t hartstochten die ze zich niet bewust kunnen maken omdat ze ze niet hebben. Zonder muziek zijn ze zinnelooze etalagepoppen die bij gebrek aan muziek er conversatie op na moeten houden. Dat is moeilijk voor etalagepoppen, en zwijgen bij het dansen is stijlvol, soms het meest stijlvolle van den dans. Het dansen is dan ook lang niet altijd dansen, maar een surrogaat voor een surrogaat verliefdheid als surrogaat voor liefde. Een kinderhand is gauw gevuld, al zijn de dansende gezichten lang niet kinderlijk. Kinderlijk worden ze pas op den langen duur, als ze het geluk, of een stukje ervan, gevonden hebben. Maar zij die het geluk zoo hebzuchtig zoeken vinden het niet. Soms is het dansen zoo, soms is het zoo : na een paar glaasjes bols of wijn klinkt de muziek heerlijk want ze doet een zwijgende snaar in de ziel klinken. Alle menschen dansen in hetzelfde rhythme op n muziek, er heerscht een ware broederschap. Alle menschen zijn aardig, alle vrouwen zijn lief. Daarom dans je ook met alle vrouwen, daarom heb je lief tot tranens toe. Het gedempte licht verdoezelt de onedele gelaats uitdrukkingen, het maakt de menschen vertrouwelijker tegenover elkaar. Je wordt opeens eerlijk met een kinderlijk verheugd gevoel. Want je kan liegen of het gedrukt staat, wat je zegt is waar. Haar hoofd is dicht bij je gezicht, je voelt de warmte, de aandoenlijke warmte die het uitstraalt. Haar lichaam heb je in je armen. Er is muziek, gepraat hoeft er niet te worden want als menschen elkaar zoo diep menschelijk begrijpen zijn woorden overbodig. Begrijpen en grijpen ! Morgen komt de kater. HvrOCHONDRICliS safe. Maar dan blijkt het dat Licht en Walter hem doorzien; hoe langer hoe meer wordt zijn reputatie geschokt totdat er niets van overblijft. Ook hier is Emil Jannings een heerscher der duisternis, maar hij komt ten val. Tentoonstellingen Tooneelspelers schilderen en teekenen f A alderink) NEEN, deze tooneelspelers ont poppen zich niet plotseling als variéte-artisten om op het tooneel voor een verbaasde zaal op picturaal gebied wat ten beste te geven. Hun werken hangen in de zaaltjes bij Aalderink tentoongesteld, en aan de meeste schilderijen is het niet te zien dat hun scheppers tooneelspelers zijn. Direct na het binnentreden komt men in een zaaltje met schilderijen van Louis Saalborn, forsche bloemstukken en enkele zeegezichten waarbij een zons ondergang is die ons naar het strand doet verlangen. De schilderijen van Lucas Wensing zijn warm van kleur en wat minder brutaal, maar daarom misschien ook weer minder spontaan. Maar zeer zeker is hij een echte schil der. Van Lau Ezerman zijn er schetsen en schetsboeken. Een van deze schets boeken is een soldaten ABC met tekst op rijm. De teekeningen zijn primitief maar met humor. Jean Stapelveld heeft in zijn schilderijen het tooneel niet kunnen loslaten, van hem hangen er groote portretten, ten voeten uit, van Willem Hunsche, Oscar Tourniaire en Louis de Bree, en reproducties van portretten van Else Mauhs, Speenhoff en andere beroemdheden. Ferdinand Erfmann's werk is zwaar gestyleerd en heeft een kleiïge volheid. Ceesje Speenhoff heeft grappige caricatuurtjes gemaakt die in zooverre tooneelspelerstalenten verraden als tooneelspelers kunnen caricaturiseeren in hun spel. Verder is er werk van Jaap Engelberts, Jan van der Linden en Jacques Reule. In ieder geval is het interessant om eens te bestudeeren wat tooneelspelers presteeren achter de schermen van een tweede kunstenaarschap. Eigenlijk wordt de tooneelspeler slechts bevoegd geacht decors te schilderen. Er zijn er die mooiere decors schilderen dan schilders schilderijen. Het zou best mogelijk zijn dat de kunstschilders de hoofden bij elkaar gaan steken en zeggen: Schoenmaker, hou je bij je leest". En dat ze als revanche de Stadsschouwburg gaan afhuren en een programma aankondigen onder het motto: Schilders spelen tooneel. Cabaret Sarov ('(ibarct VAN 27 September af is er aan het Leidscheplein een nieuw cabaret, geheeten het Savoy-Cabaret, dat de oude Savoy-Club" vervangt. Een club" is het dus niet meer, en iederen avond kan men in het fantastische achterzaaltje met kromme trappen en wonderlijke lichteffecten genieten van wat het Savoy ensemble" ten beste geeft op het tooneeltje dat niet groot is. Maar het betreft hier zoogenaam de kleinkunst", en die zal waarschijn lijk groot genoeg zijn om Amsterdam met een attractie te verrijken. PAS. H DE GROENE No. 3301

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl