De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 5 oktober pagina 10

5 oktober 1940 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

Geschiedenis van Père Lachaise HET is misschien pleizierig te verwachten, dat er eenmaal een straat, een gracht, een kade, een plein, wellicht een park naar u zal heeten, maar het moet een somber vooruitzicht zijn, dat gij uw naam zult afstaan aan een kerkhof ! Dit is gebeurd met pater La Chaise, en men mag wel zeggen, dat hij aan het mooiste kerkhof van Parijs zijn naam definitief heeft afgestaan, zoodat bijna geen mensen, die over Père La Chaise hoort spreken, nog aan iets anders denkt dan aan een uitgebreiden doodenakker. De man, naar wien het kerkhof heet, is absoluut vergeten bij het publiek, doch wie voor het eerst Parijs bezoekt, wordt meegetroond door zijn gids naar het indruk wekkend geheel aan den boulevard du Ménilmontant. Het kerkhof is mooi. Er liggen veel beroemde dooden. Men geniet er, van de hoogte, waarop het crematorium staat, een prachtig overzicht over de stad. Alleen" zegt Leo Faust, dien men bij zulke uitstapjes raadpleegt heeft de ijdelheid van degenen, die achterbleven Père Lachaise veel en veel te dicht bevolkt." Deze critiek is niet nieuw. In 1830 schreef J. B. de Saint Victor al in het derde deel van zr'n Tableau historique et pittoresque de Paris", dtt deze groote stad geen schouwspel bood, tegelijk zoo merkwaardig en zoo verfoeilijk als haar doodentuin waarvan geen enkele beschrijving een zui veren indruk kan geven". Men moet dat zelf gezien hebben, meent onze auteur, die nog van ganscher harte het oude regiem is toegedaan, en men moet zich persoonlijk ge rgerd hebben aan deze kermis der ijdelheid: De revolutie, die nu al zoo lang de aarde van de levenden ontluistert, liet ook de aarde van de dooden niet met rust. Temidden van-de stilte des doods, zetten de zerken een stem op en schreeuwen u alle hartstochten toe, die in de menschelijke samenleving krielen. Hier vindt men ook al die verschrikkelijke wanorde der geesten, die de wereld, voor het eerst sedert het begin van haar bestaan, volslagen dreigt uit te roeien. Hier rijst uit den grond een stad van gedenksteenen, waarop de maatschappelijke onder scheidingen werden weggevaagd, niet slechts in het gemeenzame stof, dat eronder ligt, maar ook in den gemeenzamen hoogmoed, die er u uit tegenschreeuwt! De gewone werkman geniet er de eer van een graf schrift; kooplieden bouwen er mausolea, die wed ijveren met de laatste verblijfplaatst van hertogen en prinsen; de familie van een bankier laat er zich een grafkelder inrichten, zooals voorheen slechts de geslachten de Chatillon of de Montmorenci ter beschikking hadden; naast het herdenkingsm daillon van een verdienstelijk stadbestuurder verheft zich hier het standbeeld van een snol of van een comediespeler, wier verdiensten staan uitgebeiteld in het marmer van het voetstuk. ..." Dit was een pijnlijke gewaarwording voor den ouderwetschen heer de Saint Victor, die ? zijn stamboom ten spijt een boterham verdienen moest met het beschrijven van de monumenten van Parijs voor een uitgever te Doornik. Hij verdroeg niet, dat het onfatsoen, de dooden overleeft, maar zijn ergernis had reden van bestaan, in zooverre de hof van pater La Chaise door overdaad van monumenten werd ontsierd, terwijl het er, bij meer bescheidenheid, zoo aanzienlijk veel mooier kon zijn. Doch wie er ligt, wie er een grafmonument heeft, men zoekt er vergeefs de asch van den man, wiens naam het kerkhof draagt: pater Francois d'Aix de la Chaise (ook wel genoemd de la Chaise), die bij zijn leven reeds een omstreden figuur na zijn dood een problematische verschijning is geworden, om tenslotte nog alleen bekend te blijven bij degenen, die zich meer doordringend bezig houden met de geschiedenis van Frankrijk onder de règeering van den Zonnekoning. Voor een jezuïet heeft pater La Chaise een avon tuurlijke loopbaan gehad. Hij is de biechtvader geweest van Lodewijk de Veertiende en heeft den eigenwijzen vorst moeten behoeden tegen tal van amoureuze perikelen, waarvan er minstens n levensgevaarlijk is geweest. Fran?ois de la Chaise is op 25 Augustus 1624 geboren te Aix, hij werd in 1675 tot biechtvader des konings benoemd, omdat hij een zachtzinnig en ruimdenkend man was, die ook de zon van den Zonnekoning wel in het water zou kunnen zien schijnen. Reeds hetzelfde jaar kwam hij in moeilijkheden. Bij Compton, den Anglikaanschen bisschop van Londen, diende zich een Franschman aan, die zich voorstelde als Hippolyte du Chatelet de Luzancy. Hij beweerde, dat hij een Fransche jezuïet was ge weest, en de kap aan de haag had gehangen, veront waardigd over de gemeenheid, die hij in de kloosters waargenomen had. Hij beschikte, zoo zei hij, over geheime gegevens betreffende een samenzwering, die tegelijk tegen den troon van Engeland en dien Restaurant DORRIUS N.Z. Voorburgwal b.h. Spui, Amsterdam PLATS DU JOUR EN A LA CARTE Poter Lachaise van Frankrijk werd gesmeed op instigatie van de jezuïeten. De bedoeling was, alle hervormden uit te moorden. De hertogin van York zou bereid zijn, deze onderneming te steunen. Koning Lodewijk werd voor de keuze gesteld tusschen zijn troon of de medeplichtigheid aan het jezuïetencomplot. De Engelsche gezant in Frankrijk, Justel, werd met een onderzoek naar deze affaire belast en bevond, dat Hippolyte du Chatelet de Luzancy nooit in een klooster was geweest, doch in werkelijk heid de verloopen zoon was van de tooneelspeelster Beauchateau. Maar de verdenking was daarmede de wereld niet uit en men hield pater La Chaise in het oog. Drie jaar later werd Karel II van Engeland door zekeren Kirkby gewaarschuwd, dat er sluipmoorde naars waren opgesteld in het park van Windsor; ze zouden namens den koning van Frankrijk betaald zijn door pater de la Chaise. Aanvankelijk wekte de beschuldiging niet veel vertrouwen, maar toen tijdens het onderzoek Sir Edmund Bury Godfrey plotseling stierf werd er huiszoeking ge houden bij Engelsche jezuïeten; de paters Withbread, Ireland, Fenwick, Waring, Gavan en Turner werden ter dood veroordeeld en terechtgesteld drie andere jezuïeten stierven in den Tower, Claudius de la Colombière, aalmoezenier der hertogin van York, werd uit Brittanniëverbannen. Sedertdien stond het voor velen vast, dat Père Lachaise een grooten en funesten invloed had op Lodewijk XIV, die inderdaad bij herhaling de jezuïeten begunstigde, zoodat ze zelfs werden vrij gesteld van den eed op de vier artikelen der Gallicaansche kerk in 1682. In 1685 werd het edict van Nantes opgeheven, door Hendrik IV uitgevaar digd ten gunste van de Hugenoten; men zag ook hierin een effect van den invloed der jezuïeten, en speciaal van pater La Chaise, hoewel hij over het algemeen een tegenstander van rigoureuze maat regelen moet geweest zijn, en in die jaren bovendien de handen vol had met zijn zware bemiddelingstaak bij Paus Innocentius XI, die zich de Gallicaansche artikelen met hun antipauselijke strekking hevig had aangetrokken. De Paus weigerde nieuwe bisschoppen te benoemen, en er waren dertig zetels in Frankrijk vacant, de koning van zijn kant bleef vasthouden aan de Gallicaansche statuten, en het duurde tot September 1693, voordat dit geschil tusschen de Fransche kroon en den Heiligen Stoel definitief geregeld was. Daarna ontbrandde de jansenistenstrijd met nieuwe felheid en pater La Chaise, die niets liever begeerde dan rust, werd weer betrokken in de zaken van den koning. Meer malen per week zag het Parijsche volk den befaamden biechtvader uitrijden in de hofkaros, met zes paarden bespannen, van het paleis naar het j ezuietenklooster op den Mont-Louis, even buiten de stad. Dit klooster lag in een buitengoedje, dat Lodewijk zou hebben cadeau gedaan aan zijn biechtvader. Men noemde het algemeen la maison du Père Lachaise". Hij woonde er echter met andere jezuïe ten samen in gewone kloostergemeenschap en was ook niet de eigenaar van de bezitting, die zijn naam bleef dragen. Ze was door de orde der Jezuïeten aangekocht op n Augustus 1626, toen Frangois de la Chaise nog niet ten volle twee jaar oud was. Ze bleef ook na zijn dood in gebruik als klooster. Eerst bij de tijdelijke opheffing van de jezuïetenorde in 1775 werd ze gesaeculariseerd en door de stad Parijs ingericht als Westerkerkhof. Doch het volk, dat sedert ongeveer 1680 altijd gesproken had over la maison du Père Lachaise", wanneer het dit klooster bedoelde, bleef aan het cimetière de l'Est" den naam geven van Cimetière du Père Lachaise, en deze naam is tenslotte de officieele geworden. De pater zelf heeft daar heel weinig mee te maken. Tusschen alle geharrewar door met samenzweer ders, gallicanen, jansenisten, pauselijke diplomaten, quietisten, en hovelingen, had hij de grootste moeite met de liefjes van zijn biechteling, die voor zijn wettige gade, de spaansche Maria Theresia, heel weinig voelde en zich achtereenvolgens vermaakte met de beminnelijke hertogin van La Vallière, de mooie Mme de Fontelrault, de gevaarlijke Montespan, de amusante Thianges. Men had het zoover weten te brengen, dat madame de la Vallière naar een klooster ging; moeilijker was het, een einde te maken aan de verhouding met de Montespan, die uit jalouzie alle andere favorieten des konings naar het leven stond, en tenslotte met de giftmengster La Voisin een complot smeedde tegen Lodewijk zelf. Ook zij stierf in een klooster. Père la Chaise roerde het netelige vraagstuk der koninklijke erotiek zelden aan, doch bleef op zijn hoede, en terwijl hij met Lodewijk sprak over nieuwe aanwinsten voor de muntenverzameling, die beider belangstelling genoot, bereidde hij lang zaam een verandering van smaak voor bij den vorst, die al wat ouder werd, en die, na vluchtige bevliegingen voor Mme de Fontange en voor Ludre, demoiselle de Lorraine, diep ontgoocheld door het verraad van Mme de Montespan, te vinden bleek voor huiselijke rust. Ze werd hem bezorgd door de brave Mme de Maintenon, weduwe van den komie ken schrijver Scarron. Père La Chaise heeft het moeilijk gehad. Hij was, volgens het getuigenis van Saint Simon, een man van mild oordeel, die doorgaans probeerde, de minst pijnlijke regeling te vinden voor zaken, waarbij botsingen onvermijdelijk schenen. Ook Voltaire prijst hem, omdat hij altijd nog een paadje open hield naar de verzoening. Een braaf jezuïet is hij wel geweest, een vurig jezuïet niet. Hij zocht zijn heil in het compromis. Ook jegens de protestanten had hij liever zachtzinniger methoden toegepast gezien dan Lodewijk toepaste. In een wereld van uitersten, schipperde hij voorzichtig, met weinig, eervol resultaat, maar hij vermeed telkens het ergste. Of hij waarlijk den invloed had, dien het volk hem toeschreef, is zeer de vraag. Lodewijk XIV was hem welgezind, omdat hij weinig last van hem had: hier komt de vriendschap hoofdzakelijk op neer. In 1709 stierf Père La Chaise, zes jaar voor Lodewijk de Veertiende. Hij werd in een jezu etenkerk begraven. Abonneert U NU op toene PAG. 10 DE GROENE N«. 330;

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl