De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1940 5 oktober pagina 9

5 oktober 1940 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

ALEXANDER SCRIABINE en het samenspel der kunsten ,,A noir, E blanc, I rouge, U vert, O bleu, voyelles, ,,Je dirai quelque jour vos naissances latentes." ZOO zag Arthur Rimbaud zijn klinkers. En hij verbond er schitterende beelden aan: E, candeur des vapeurs et des tentes I, pourpres, sang craché, rire des lèvres belles U, cycles, vibrements divins des mers virides O, suprêmes clairon, plein des strideurs tranges, Silences traversés des Mondes et des Anges. ..." De dichter wordt een ziener, een visioenengenie ter. Uit het primitiefste taalelement, den klinker, een klank, schept hij kleuren, gestalten, horizonten. Hij ziet en geeft, wij hebben te aanvaarden. Hij dringt in een gebied, waarvan de benadering met het verstand niet doenlijk is. Wie zou hem reken schap durven vragen van zijn sprongen van klank naar kleur, van kleur naar strak visioen? Maar, als hij zegt hoe hij het ziet, wil hij, dat wij het ook zoo zien. En toch, wij zien het anders. De naissance latente", het geleidelijke ontstaan van de kleur uit den klank, kan in ieder van ons zich voltrekken. Maar de uitkomsten zijn verschillend. Weinigen zullen den a-klank zien als een zwarte kleur. Nog moeilijker wordt het den ziener te volgen in de eindelooze verscheidenheid der plastische visioenen. Hier kan hij beelden zonder kans op wederspraak. Het verband tusschen klank en kleur, tusschen wat des oogs en des oors is, blijft echter een feit, waarvan duizenden hebben getuigd. Maar ook is er verband tusschen andere zintuigelijke gewaarwor dingen, zooals daar zijn: tastzin en smaak; men spreekt over droog zand en droge wijn. Nog verder: tusschen smaak en zielsaandoening; een zoete omelet en een zoete wraak. Toch wordt de wraak niet geproefd, de wijn niet getast, en de klank A niet optisch waargenomen. Het is een ervaring in het psychologisch schemergebied, waar de zintuigen naar binnen in uitmonden. We kunnen het echter alleen mededeelen met de woorden, die voor de zintuigservaring bedoeld zijn. De verbinding tusschen klank en kleur is het meest waargenomen, onderzocht en practisch toe gepast. Het waren meestal zeer subjectieve toepas singen, die voor een groot publiek hopeloos ontoe gankelijk bleven. Een der meest geslaagde experi menten waren de gekleurde muziekfilmpjes van Oskar Fischinger. Maar hierin werd de ontvanke lijkheid van een groot gehoor ten zeerste gestimu leerd door het plastische en rhythmische element. Oskar Fischinger probeerde iets, wat ook Wagner met veel grootschere en radicalere middelen in zijn muziekdrama's trachtte te bereiken: de samensmelting van zintuigelijke indrukken tot n homogene artistieke belevenis. Wagner en Fischinger, waarschijnlijk bien tonnés de se trouver ensemble, hebben beiden getracht den schemerachtigen oorsprong der sensorische zenuwen, waar gehoor gezicht wordt en andersom, zoo direct mo gelijk een ervaring op te dringen, en den toeziener en -hoorder een sensatie te laten ondergaan. .. . waar hij geen woorden voor had. Omdat de woorden alleen maar deugen voor de belevenissen van elk der zintuigen afzonderlijk. Het publiek houdt niet erg van zulke experimen ten. Wagner heeft het gewonnen door de macht van zijn muziek. Fischinger door de boeiende uitbeel ding van het rhythme. Maar vele pogingen tot een Gesamtkunst" gingen verloren, wegens gebrek aan belangstelling, of practische onuitvoerbaarheid. Hier past het te spreken over den componist Alexander Scriabine, Rus van geboorte en in 1919 te Moskou overleden. Hij was vóór alles pianist en componist, dagelijks bezeten van melodieën en ruischende scheppingsvreugde. Hij heeft een mas sale hoeveelheid pianowerk geschreven. Daarnaast eenige geniale en barre orkeststukken. In zijn oeuvre, een machtigen opgang van Chopineske melodiek tot verbluffend nieuwe accoordconcepties, staat, naar mijn weten, geen enkele onbeduidende noot. Scriabine was geen muziekvernieuwer, geen experimenteerende harmonieënpluizer, maar een consequente leerling van de conservatieve Moskousche school. Echter met een verschil: l'art be stond voor hem niet pour l'art; zijn muziek was geen doel in zich zelf, maar een middel als een ander voor wat hij te zeggen had; hij was musicus, dus het was zijn natuurlijke taal. Maar de mensch Scriabine was wijsgeer, theosoof, profeet. Hij bleef daarin een vreeselijke dilettant, goed. Niettemin was hij begaafd met een philosophische intuïtie, die van hem, mits er de noodige vormkracht aanwezig ware, een origineelen denker gemaakt kon hebben. Zijn vormkracht was de muzikale. Zijn muziek was begeleiding en uitdrukking van zijn denkleven, en daarom secondair in zijn wezen. Eens hield hij, in Zwitserland, een communistisch getinte speech voor eenige arbeiders in een café, die we melde van sprookjesachtige naïviteiten. Daarna had hij genoeg van het grove middel: woorden, en bleef bij het componeeren. Dat zijn ontzaglijk-schoone composities in Neder land zoo weinig bekend zijn, kan nu geen punt van bespreking vormen. Maar ns heeft de Concert gebouwdirectie een middag aan zijn werken gewijd; dat was op Zondag 27 October 1912, onder leiding van Mengelberg. Daar hoorde men naast een symphonie en een pianoconcert het toen nog zeer ver bijsterende Prométhée, Poême du Feu." Prometheus, die het vuur van den hemel stal om het den menschen te brengen, werd hier gezien als esoterisch zinnebeeld van het ontwaken van de hoogere kenvermogens van den mensch, door het intensifiësren van zijn scheppingskracht. Heel zijn extatische, dionysische componeervreugde wierp Scriabine hier in het spel, om te ge raken tot een overweldigende uitviering van wat hem bezielde. De partituur telde 42 lijnen. De be zetting, te groot om hier op te sommen, noemde ook een klokkenspel, celesta, 2 harpen, piano, 4-stemmig gemengd koor, groot strijkorkest, en raadsel achtig, veel omstreden instrument het lichtklavier of tastiera per luce". Dat was een klavier, waarvan de toetsen correspondeerden met gekleurde licht stralen. Om de technische moeilijkheden werd het lichtklavier op de vele uitvoeringen, die het werk door de wereld beleefde, steeds weggelaten, totdat het voor het eerst in Carnegie Hall, in 1916, de New Yorkianen deed knipperoogen van verbazing. Scriabine zag zijn klanken, en wilde daarvan ge tuigen. Hij zag eigenlijk veel meer. Het heele mytho logische Prometheus-avontuur was voor hem een ervaring van trillende en wapperende kleuren, een belevenis die hij met geen pen beschrijven, en met geen muziek recht kon doen wedervaren. Tö:h probeerde hij het, en op een wijze die geen tegen spraak duldde. Hij schreef doodlaconiek de partituur voor het tastiera per luce in den G-sleutel, zonder verdere aanwijzing. De Prométhée" was in 1910 gecomponeerd, maar lang van te voren ontworpen. De kleurtoonaarden" waren toen zijn obsessie. In 1907, toen al wat Rus en muzikaal was in Parijs de muziekfeesten van Diaghileff bijwoonde, vond er een merkwaardige conversatie plaats op het terras van het Caféde la Paix, tusschen Rimsky Korssakoff, Rachmaninoff en Scriabine. Rimsky en Scriabine voelden verband tusschen tonen en kleuren, maar Rachmaninoff vond het gekheid. Toch waren de twee eersten het weer niet eens over de toonaarden; Rimsky zag E majeur als blauw, Scriabine als purperrood. Wel vonden ze allebei dat D majeur goudbruin was. Toen Rachmaninoff zijn schouders ophaalde, zei Rimsky tot hem: ,,Ik zal je overtuigen met een voorbeeld uit je eigen werk. Denk eens aan de passage uit je opera ,,De gierige Ridder", waar de oude baron zijn schat kist opent, en het goud en de edelsteenen glinsteren in het fakkellicht. . . . Welnu?" Rachmaninoff moest toegeven, dat de passage in D majeur, den goudbruinen toonaard", geschreven was. Scriabine zeide, met zijn kalme overtuiging: Nu zie je, dat je intuïcie onbewust den weg heeft ingeslagen, die je met je verstand zou willen looche nen." En daarmee was het pleit beslist. In 1909 was Scriabine in Brussel te gast bij de familie van den schilder Delville, waar men zich intensief met spiritisme en theosofie bemoeide. Daar leerde hij het boek kennen van Besant en Leadbeater,,,Gedachte-vormen", wat hem den sleutel verschafte voor zijn kleurensysteem. Annie Besant betoogt hierin, hoe iemand begaafd met het tweede gezicht, bij anderen die een emotie ondergaan begeerte, angst, liefde, religieuse aandoening kleurige vormen, aura's, boven het hoofd ziet ver schijnen, die met de intensiteit der gevoelens toeen afnemen. Hoe zelfbewuster en hooggestemder het individu, des te schitterender zijn de kleuren en vormen. Zuivere sympathie is lichtgroen. Het intellect, dat niet zich zelf zoekt, maar alleen zijn object, is heldergeel. Alle nieuwsgierigheid, of liefde die bezoedeld is door ikzucht, verraadt zich door vuilroode schijnsels. Niet alleen de subjectieve aan doeningen, maar ook het pathos van een muziek stuk kan de helderziende" in kleuren en vormen waarnemen. Boven een kerk, waarin op het orgel een stuk van Gounod gespeeld wordt onberispe lijk gespeeld natuurlijk verheft zich voor het helderziende oog een compacte en schitterende figuur van met de harmonieën correspondeerende kleurgroepeeringen, die opstijgen tot 200 meter boven het kerkgebouw. Maar dit zinkt in het niet bij de geweldige kleurenvormen die de muziek van Wagner doet ontstaan ??tot 400 meter boven de aarde ! Ons, niet helderzienden, komt het voor, dat eenige persoonlijke voorkeur wel een rol zal spelen bij het bepalen van die hoogte. Scriabine, die wel veel boeken, maar geen enkel Alexander Scriabine Archief foto heelemaal uit las, was dadelijk gepakt. Hij vond het vanzelfsprekend, dat Wagner's muziek, de eenige waarvoor hij, naast zijn eigene, belangstelling had, door de theosofie zoo hoog geschat werd. Om de geheele toen zich ontwikkelende leer der tonale psychologie bekommerde hij zich geen oogenblik ; de spectraal-analyse boeide hem evenmin; alleen zijn esoterische intuïcie wees hem den weg. Hij wist zich de profeet der bevrijding vanden menschelijken geest uit de banden der materie. Zijn opdracht was den weg te banen voor het actieve, mannelijke principe Prometheus die de passieve vrouwe lijke stof zou bevruchten, om een nieuwe, zuivere gedaante aan te nemen; dit was de vrucht der kos mische liefdedaad. Dit zou moeten geschieden in n magistrale liturgische handeling, die hij het Mysterium" noemde, een opperste synthese van alle kunsten, die alle uitvoerders en toehoorders in een collectieve scheppingsextase zou brengen, waar door de harmonie tusschen geest en wereld tot stand zou komen. Het begin van den wereldoorlog begroette Scria bine als het voorspel van het groote cataclysme, waaruit het nieuwe, gezuiverde menschenras zou opstaan. De wereld werd rijp voor gewelddadige vernieuwing. Hij was rotsvast overtuigd, dat zijn Mysterium" het einde van een evolutieperiode en het intreden van den mensch in het kosmische ge beuren zou bewerkstelligen. Deze gigantische kunst manifestatie die geen toehoorders, alleen actieve medewerkers zou hebben ??moest in Britsch Indi plaats vinden. Scriabine, die zich verder nooit met details ophield, kwam uit Londen terug, waar hij zijn plan had uitgewerkt.... met een tropenhelm in zijn koffer ! Prometheus" werd gecomponeerd, maar het Mysterium" zou een onbereikbaar ideaal blijven. Het plan was ook iets tégeweldig. Het zou de synthese van drie kunstvormen zijn: muziek, dans en dichtkunst. Het was n groote liturgische han deling, die het wonder der kosmische wedergeboorte zou voltrekken; een symphonie, van muziek, kleu rige stralenbundels, dansen en voordrachten. En van heel bijzondere voordrachten. Scriabine had hierin afgerekend met de grove woorden-taal, die op Sanskrietwortels is gebaseerd. Tezamen met den Belgischen voordrachtskunstenaar Emile Cygogne had hij een systeem ontworpen voor de Mysterium" taal; een taal van zuchten, kreten en interjecties, die zoo direct mogelijk de zieleroerselen zouden weergeven. De Duitsche muziekgeleerde Oskar von Riesemann en de Engelsche componist en theosoof Cyril Scott zijn degenen, die, naar mijn weten, Scriabine's ten hemel steigerende luchtkasteelen het meest au sérieux genomen hebben. In Sergei Rachmaninoff, die in zijn door Von Riesemann bewerkte Recollections" zeer typeerende bijzonderheden verhaalt over hun gezamenlijke leerjaren, vond Scriabine zijn leven lang een trouwen vriend, die zijn wijsgeerigheden niet begreep, maar zijn muziek hartelijk bewonderde. Scriabine bleef tot zijn laatsten levensdag een be minnelijke, bescheiden, met groote zorg gekleede persoonlijkheid. Van zijn fantastische megalomanie was naar buiten niets te merken. Hij was zoo vol komen van zijn zending overtuigd, dat hij van alle demonstratie afzag. Hij zei: Ik zal zelf niet sterven, maar verstikken in extase bij het Mysterium". Hij stierf echter aan bloedvergiftiging, in zijn huis te Moskou, en werd met groote praal op kosten van den Russischen staat begraven. Zijn grootsche manie is door de werkelijkheid, die na hem kwam, ver splinterd en vergeten. Maar zijn muziek léft, en zal blijven tot het machtigste en vreugdevolste, dat uit een menschelijk brein ontstaan is. DRS. H. VAN EEDEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl